Er is iets nieuws in geldland: bitcoin. Bitcoin en andere “cryptovaluta’s” bieden een alternatief voor traditionele valuta’s en betaalsystemen. Maar kunnen cryptovaluta’s geld echt vervangen?
Geld heeft drie kenmerken. Het is
- een ruilmiddel;
- een rekeneenheid, en
- een oppotmiddel.
Aan het eerste kenmerk kunnen cryptovaluta’s in de toekomst voldoen, als ze breder geaccepteerd worden. Het tweede en derde kenmerk zijn lastiger, omdat de waarde van bitcoin nogal fluctueert. De waarde vertienvoudigde in 2013, maar bitcoin heeft ook al een paar speculatieve crises gehad.
Bij echt geld dempen centrale banken deze fluctuaties door de geldhoeveelheid en prijzen te reguleren via de rente. Maar het is nu juist het doel van bitcoin en andere cryptovaluta’s om centrale autoriteiten overbodig te maken. De hoeveelheid bitcoins neemt in een vaststaand tempo toe door “mining”. Maar de vraag naar bitcoin varieert natuurlijk gewoon. Hierdoor fluctueren de prijs van bitcoin en de wisselkoers t.o.v. de dollar en de euro.
Deze fluctuaties konden wel eens bitcoin’s Achilleshiel zijn omdat ze een rol als echt geld moeilijk maken. Er is een uitweg: een bitcoin-formule die de geldhoeveelheid automatisch soepel afstemt op de vraag. Het is niet onmogelijk, maar die formule zou zo baanbrekend zijn dat de uitvinders ervan direct in aanmerking zouden komen voor de Nobelprijs in de Economie.
“Aan het eerste kenmerk kunnen cryptovaluta’s in de toekomst voldoen, als ze breder geaccepteerd worden.”
Het gevolg van bredere acceptatie is een grotere marketcap. Een grotere marketcap leidt tot minder fluctuaties (op den duur).