Begin september sprak president Knot de verwachting uit dat De Nederlandsche Bank (DNB) de komende jaren op haar buffers moet interen, en er wellicht zelfs volledig doorheen raakt. De centrale bank vraagt dan misschien de overheid om de tekorten aan te vullen.
Hoe zijn de verwachte verliezen van DNB ontstaan?
DNB heeft sinds 2015, samen met de andere centrale banken in het “Eurosysteem”, grote hoeveelheden staatsobligaties opgekocht, om aldus de rente omlaag te duwen. Deze staatsobligaties staan nu op de balans van DNB, en brengen slechts hele lage rente-inkomsten binnen. Soms zelfs geen, gezien de negatieve marktrentes in de voorbije jaren. De afgelopen maanden heeft het Eurosysteem de monetaire beleidsrente in een paar stappen flink verhoogd om de inflatie te bestrijden, en het einde is nog niet in zicht. Dit komt er onder andere op neer dat DNB op de tegoeden die commerciële banken bij de centrale bank aanhouden, inmiddels weer rente betaalt. Tegelijkertijd krijgt DNB nog steeds nauwelijks rente binnen op de staatsobligaties die zij in portefeuille heeft. De rentebetalingen die DNB niet uit rente-inkomsten kan betalen, moeten dus “uit eigen zak” worden betaald. DNB teert in op haar buffers.
Waren centrale banken daar niet op voorbereid?
Maar zag het Eurosysteem deze verliezen niet aankomen? En had men zich hier niet beter op kunnen voorbereiden? Wel, toen in 2015 werd begonnen met het op grote schaal opkopen van staatsobligaties, hebben DNB en andere centrale banken direct gesignaleerd dat deze aankopen tot toekomstige verliezen zouden kunnen leiden, wanneer de rente zou gaan stijgen. DNB heeft daartoe sinds 2015 geld opzijgezet in de vorm van een voorzieningenbuffer. Alleen had men niet gedacht dat dit jaar de renteteugels, vanwege de sterk opgelopen inflatie, zo plotseling en zo hard zouden moeten worden aangetrokken. Dit betekent dat de rente-tegenvaller groter uitvalt dan eerder gedacht, en dat volgens de huidige verwachtingen de voorzieningen tekortschieten. Achteraf gezien had DNB een nog groter deel van de winst in de afgelopen jaren niet aan de overheid moeten uitkeren, maar opzij moeten zetten. Maar achteraf is het altijd gemakkelijk praten. Bovendien was zelfs dat mogelijk niet genoeg geweest.
Waarom schrapt DNB de rentebetalingen niet gewoon?
Is het probleem niet eenvoudig opgelost als DNB stopt met rente betalen op de tegoeden van commerciële banken? Nee, want deze rentebetalingen vormen een essentieel onderdeel van het monetair beleid. Het Eurosysteem wil dat de rentes in de hele economie gaan stijgen. Door banken een hogere rente te vergoeden op hun tegoeden — en hen ook een hogere rente in rekening te brengen als zij geld lenen van de centrale bank — zullen de hogere rentes zich vertalen in hogere marktrentes. Bij hypotheekrentes is dit proces al enige tijd aan de gang, omdat deze sterker reageren op kapitaalmarktrentes dan op de monetaire beleidsrentes. Langzaamaan zullen ook rentes op spaarrekeningen gaan reageren op de monetaire beleidsrentes. Het opschorten van de rentebetalingen door DNB klinkt dus als een eenvoudige oplossing, maar zou in de praktijk de kern van het ingezette monetaire beleid ondergraven. Overigens bekijkt het Eurosysteem op dit moment wel hoe de rentekosten samenhangend met specifieke monetaire beleidsinstrumenten (de TLTRO’s, voor ingewijden), beperkt kunnen worden. Maar waarschijnlijk gaat dit de verwachte verliezen slechts mondjesmaat verkleinen.
Een centrale bank met negatief eigen vermogen lijkt minder geloofwaardig
Het interen op de buffers door DNB is dus een moeilijk te vermijden gevolg van het de afgelopen jaren gevoerde monetaire beleid. Bij normale bedrijven en banken wordt in het geval van negatieve buffers een faillissementsprocedure in gang gezet. Maar de centrale bank is natuurlijk geen normaal bedrijf. Negatief eigen vermogen staat de dagelijkse operaties niet in de weg. Een commerciële bank kan, bij (vermoede) financiële problemen, geconfronteerd worden met een “bank run”: mensen gaan massaal naar de geldautomaat, of vluchten naar andere banken. Maar bij de centrale bank bestaat dat gevaar niet. Wie met een eurobiljet naar het loket van DNB gaat, kan dat niet inwisselen voor goud of dollars.
Is er dan helemaal niets aan de hand? Dat ook weer niet. De centrale banken van het Eurosysteem vinden dat een situatie van negatief eigen vermogen niet te lang moet duren. Het kan, in hun ogen, namelijk wel de geloofwaardigheid van de centrale bank op financiële markten in de weg staan. En die geloofwaardigheid is nodig om effectief monetair beleid te voeren. Verlies van geloofwaardigheid zou bijvoorbeeld kunnen leiden tot koersdaling van de euro en verder oplopen van de inflatie.
Niet iedereen vindt het een probleem
Dat klinkt aannemelijk, maar niet iedereen gelooft dat een langere periode van negatief eigen vermogen een probleem is voor de geloofwaardigheid. De Tsjechische centrale bank bijvoorbeeld is het daar niet mee eens. En met reden: de Tsjechen hebben jarenlang met negatief eigen vermogen gewerkt, en daar naar eigen zeggen nooit last van gehad. Ook elders in de wereld zijn voorbeelden te vinden van centrale banken die langere tijd met negatief eigen vermogen gedraaid hebben.
Kortom: er wordt niet eenduidig gedacht over de effecten van negatief eigen vermogen bij centrale banken, en hoe lang zo’n situatie zou mogen duren. Toch valt niet uit te sluiten dat DNB, en andere centrale banken in de Eurozone, in de komende jaren een beroep doen op de overheid om het negatieve eigen vermogen aan te zuiveren. Gezien het gebrek aan consensus, ligt het voor de hand dat de overheid niet zomaar zal tekenen bij het kruisje. De onderhandelingen tussen DNB en overheid konden wel eens lang en interessant worden.
Origineel artikel verschenen als "ING Duik in de Economie" op 27 oktober 2022. Eerder, Engelstalig artikel hierover uit 2011 (!): Central bankruptcy: is it possible?